Attila Gere, Cabernet Sauvignon, Villany
Het wijnhuis:
Villány is een stad in het zuiden van Hongarije, niet ver van de grens met Kroatië, dat beroemd staat om zijn wijn. De naam komt van het Hongaarse woord voor bliksem, villám. De naam dateert in ieder geval vanaf de Bronstijd en heeft veel steun verleend aan een goede georganiseerde druiven-cultuur sinds de Romeinse tijd. Onder de Turkse bezetting was Villány compleet verwoest maar het kweken van druiven stopte niet. Later toen veel Duitsers naar Villány kwamen, kwamen er veel innovaties mee op het gebied van druiven maken.
Attila Gere begon met de wijnen in 1978 en nam dit over van zijn schoonvader, al snel zag hij het grote potentieel voor rode wijnen in dit gebied. Vandaag de dag is het de jongere generatie die ook volop meedoet bij de wijnmakerij. Het is in de familie dan ook erg belangrijk dat het goed wordt overgedragen om het opnieuw creëren van wijnen binnen de familie te houden.
Vinificatie:
De druiven worden half oktober geplukt en volgens alcoholische fermentatie gegist, in stalen tanks. Er volgt een malolactische gisting in vaten. Hier wordt 80% van het sap in 25 tot 50 Hl tanks gegoten en 20% in gebruikte barriques voor 16 maanden.
Kleur:
Diep donker rood
Geur:
In de neus een intens fruitige geur, naast zwarte bessen enkele tonen van peper en geroosterde kenmerken om de geur te verrijken.
Smaak:
Een zeer volle wijn met jeugdige tannines die mooi in evenwicht worden gehouden door mooie zuren. De afdronk is lang en wordt gekenmerkt door zwarte vruchten en chocolade.
Alcoholpercentage:
13,5%